MARX’ MARXISME ALS BRON VAN EEN ALTERNATIEF VOOR HET KAPITALISME. EEN HUMANISTISCH- MARXISTISCHE BIJDRAGE

Karel Ludenhoff

Summary: This article on Marx and Marxist-Humanism first appeared in Buiten de Orde, anarchistisch kwartaalblad, 2020-3 (Outside the Order, anarchistic quarterly, 2020-3).

In het kader van het thema “Marxisme” volgt hier:

MARX’ MARXISME ALS BRON VAN EEN ALTERNATIEF VOOR HET KAPITALISME. EEN HUMANISTISCH- MARXISTISCHE BIJDRAGE.

In een wereld beheerst door de macht van het kapitaal welke onderdrukking, uitbuiting, oorlogen bewerkstelligt en een steeds grotere bedreiging vormt voor het leefmilieu van mens, dier en vegetatie, is de zoektocht naar de mogelijkheid van een alternatief voor dit barbaarse systeem meer dan ooit nodig.

De Internationale Marxistisch-Humanistische Organisatie (IMHO) houdt zich bezig met het ontwikkelen van een levensvatbare visie en het projecteren ervan als een alternatief voor het kapitalisme dat richting kan geven in de huidige vrijheidsstrijd van de mensheid met als doel een nieuwe menselijke samenleving. De IMHO baseert zich daarbij op de unieke filosofische bijdragen die het Marxistisch-Humanisme hebben geleid sinds het in de jaren vijftig van de vorige eeuw werd ontwikkeld door Raya Dunayevskaya. Deze bijdragen worden opgevat als een leidraad die verder uit gewerkt dient te worden voor de huidige fase van het kapitalisme. Het gaat dan om het uitwerken van een eenheid van theorie en praktijk, van arbeider en intellectueel, van filosofie en organisatie.

Als we het hebben over een echt alternatief voor het kapitalisme dan betekent dit op de eerste plaats het beëindigen van de productie voor waarde en meerwaarde en in plaats daarvan het creëren van een humanistische manier van produceren, dus een wijze van produceren waarbij de mens centraal staat en niet de winst. Het breken met de wet van waarde in het kapitalisme is de noodzakelijke voorwaarde voor de mogelijkheid van het vormen van een echt nieuwe maatschappij, aangezien de productie van waarde en meerwaarde mensen aan dingen ondergeschikt maakt en leidt tot het verstoren van menselijke relaties. Op grond van het breken met de wet van waarde zijn we dan in staat om een nieuwe niet-statelijke vorm van bestuur te vestigen en vrij geassocieerde menselijke relaties op te bouwen.

Het opstellen en ordenen van onze intellectuele middelen voor het scheppen van een alternatief voor het kapitalisme is nog noodzakelijker geworden sinds de val van het staatskapitalisme dat zich “communisme” noemde, en zeker sinds toen de opvatting post begon te vatten, ook bij delen van het linkse politieke spectrum, dat er geen alternatief voor het kapitalisme zou bestaan. Vorm geven aan wat mogelijk is in een nieuwe, post-kapitalistische menselijke samenleving blijft de historische taak van het marxisme.

De basis om deze vormgeving tot stand te kunnen brengen vormt de totaliteit van Marx’ ideeënwereld en praktijk, ontwikkeld van 1841 tot 1883. Voor het Marxistisch-Humanisme gaat het met name om de volgende elementen van die totaliteit. In het bijzonder gaat het Marxistisch-Humanisme uit van de nieuwe filosofische beginselen die Marx begon te verwoorden in zijn zgn. Economisch-Filosofische Manuscripten van 1844, waarin een nieuw Humanisme en het aan de kaak stellen van vervreemding in het kapitalisme centraal komen te staan, en waarin verder middels een kritische verwerking van het denken van Hegel de “dialectiek van de negatie als een principe van beweging en creatie” aan de orde komt. Ook baseert het Humanistisch-Marxisme zich op Marx’ kritiek op de politieke economie, dus op die van de productie van waarde en meerwaarde— vanaf het Communistisch Manifest (1848) tot aan de Grundrisse (1857-1858) en het Kapitaal (1867-1872). Tevens zijn deel van de bovengenoemde totaliteit wat je kunt noemen de multiculturele geschriften van de “late” Marx met betrekking tot gender- en niet-Europese samenlevingen zoals vervat in de analyses en aantekeningen in de Ethnologische Notitieboeken (1879-1882). In het proces van vormgeving worden Marx’ visie op een nieuwe samenleving in de Kritiek op het Programma van Gotha (1875), het Kapitaal, en de Burgeroorlog in Frankrijk (1871) opgevat als filosofische fundamenten voor de niet-statelijke, bevrijde samenleving van de toekomst, en als aanwijzingen voor hoe er te kunnen komen. Daarvan niet te scheiden worden Marx’ organisatorische praktijk en principes, vooral die in zijn “Kritiek op het Programma van Gotha”, opgevat als belangrijke grondslag voor de werking van een revolutionaire organisatie van vandaag de dag.

De IMHO staat in de traditie van wat Raya Dunayevskaya, de grondlegger van het Marxistisch-Humanisme, zo omschreef: “Marx’ nalatenschap is niet alleen erfstuk, maar een levend lichaam van ideeën en perspectieven dat aan concretisering toe is. Elk moment van Marx’ ontwikkeling, evenals de totaliteit van zijn werken, beschrijft de noodzaak van ‘permanente revolutie’. Dit is de absolute uitdaging voor onze tijd.”

De historisch-filosofische bijdragen van het Marxistisch-Humanisme, opgenomen in het bestaan van de IMHO, gaven in de loop van de afgelopen zeven decennia richting aan het aangaan van deze uitdaging. Wij hebben ons verzet tegen alle vormen van kapitalisme, ook toen het de vorm aannam van staatskapitalistische regimes die zichzelf communistisch noemden. Wij steunden de Montgomery Bus Boycot van 1955-1956 op het moment dat we de Hongaarse arbeidersraden van 1956 vierden. Wij verzetten ons tegen imperialisme, kolonialisme en neokolonialisme in de oorlogen van de V.S. en zijn militaristische reikwijdte tot in elke hoek van de wereldbol, van de Vietnamoorlog tot aan de oorlog van de contra’s tegen de Nicaraguaanse Revolutie. Wij steunden de bevrijdingsstrijd van naties en volkeren, ook die van vroegere en huidige communistische één-partijstaten.

Omdat we de Iraanse Revolutie van 1979 hadden gesteund terwijl we daarin de anti-vrouwen, anti-jeugd en anti-arbeiders gerichte fundamentalistische overname aan de kaak hadden gesteld, steunden we het massale streven naar democratische omwenteling in Iran in 2009-2010. We hebben ook de Arabische revoluties van 2011 gesteund en we hebben gewezen op de gevaren die voortvloeien uit hun interne tegenstellingen en imperialistische verwikkeling.

Wij verzetten ons tegen reactionaire vormen van anti-imperialisme, of het nu gaat om religieus fundamentalisme, eng nationalisme of militair populisme. Wij verzetten ons tegen de eerste oorlog in Irak van 1991 en tegelijkertijd steunden wij de vrijheidsbeweging van het Koerdische volk. In de jaren negentig steunden we de strijd van Bosnië-Herzegovina voor een multi-etnische samenleving tegenover de Servische genocide, de strijd van Chiapas tegenover het geglobaliseerde kapitalisme en de onafhankelijkheidsbewegingen van Kosova. Sinds de aanslagen van 11 september 2001 hebben we ons verzet tegen de Amerikaanse doctrine van permanente oorlog, terwijl we zowel de anti-oorlogsbeweging als de vrijheidsstrijd van Iraakse, Iraanse en Afghaanse vrouwen steunen. Wij hebben de Palestijnse nationale bevrijdingsbeweging gesteund en tegelijkertijd het bestaansrecht van Israël gesteund, gezien het feit dat twee volkeren met het recht op zelfbeschikking aanspraak maken op bezit van dezelfde grond.

In onze opstelling tegen deze kapitalistische, racistische, (hetero-) seksistische samenleving streven we als de IMHO ernaar om een zo stevig mogelijke eenheid tussen de krachten van revolutie en verzet tegen de gevestigde orde te bevorderen. Alvorens op die revolutionaire krachten in te gaan is het misschien goed om aan te geven hoe het Marxistisch-Humanisme deze krachten benadert. We benaderen deze niet in belerende of bevoogdende zin, maar proberen als het ware, organisch met ze verbonden, te luisteren naar wat ze naar voren brengen en hoe ze zich uiten. Door hun praktijk op te pakken en dit theoretisch om te zetten in een specifiek theoretisch kader, om zo een Filosofie van de Revolutie in de context van Marx’ denken en praktijk te creëren. Zulke vormen van praktijk worden opgevat als zijnde vormen van theorie die kunnen resulteren in een Filosofie van de Revolutie. Dit impliceert dat als we spreken over onze filosofische grondslagen we uitgaan van Marx’ opvatting van filosofie die een kritisch overstijgen — zeker na de Feuerbach-thesen en de Duitse Ideologie (1845/46) — is van de traditionele filosofie en een vorm van denken betekent die veel meer inhoudt dan louter de kritiek op de politieke economie. In dit kader hoort ook een kritische herbeoordeling van de bijdragen en de tekortkomingen van zulke belangrijke postmarxisten als Lenin, Luxemburg en Trotski en nieuw onderzoek naar de relatie tussen spontaniteit, organisatie en filosofie.

 

Eerder schetsten we al het historisch engagement van het Marxistisch-Humanisme met de grote sociale bewegingen. In die bewegingen en al sedert het bestaan van het kapitalisme onderscheiden we de volgende revolutionaire krachten:

  • Allereerst de arbeidersklasse. Deze klasse vormt het fundament met betrekking tot het breken met de productie van waarde en meerwaarde als noodzakelijke voorwaarde voor het humanistische alternatief voor het kapitalisme.
  • De Zwarte dimensie. De zwarte massa’s in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Europa bezetten een bijzondere plaats van betekenis, omdat ze in de voorhoede van de strijd voor vrijheid hebben gestaan en staan – van de vroegste anti-slavernijstrijd in Europa en Amerika tot de huidige burgerrechten- en antiracistische bewegingen. De huidige BLM beweging toont overduidelijk de actualiteit van de Zwarte dimensie. In het uitdagen van de achilleshiel van de westerse beschaving – het racisme – heeft de Zwarte dimensie zich bewezen als de voorhoede van de vrijheidsstrijd in vele delen van de wereld. We steunen ook onderdrukte minderheden over de hele wereld en bestrijden alle vormen van etnisch-religieuze discriminatie, van anti-immigrantendemagogie tot islamofobie en antisemitisme.
  • De vrouwenbeweging. De bevrijding van vrouwen is een van de grote internationale historische bewegingen. In de moderne tijd ging de ontmenselijking van arbeiders door kapitaal gepaard met de ontmenselijking van vrouwen door patriarchale krachten. De Beweging voor de Bevrijding van de Vrouw heeft het seksisme niet alleen binnen de bestaande samenleving, maar ook binnen links uitgedaagd. De strijd van vrouwen voor vrijheid toont aan dat het feminisme zich vernieuwt voor een nieuwe generatie, niet alleen als kracht, maar ook als rede.
  • In onze opvatting van het creëren van nieuwe menselijke relaties plaatsen we ook de activiteiten en strijd van groepen met betrekking tot LGBT.
  • Jongeren zijn een bijzonder belangrijke bron van revolutionaire transformatie, omdat hun idealisme in het zich stellen tegenover de bestaande samenleving hen brengt naast de andere revolutionaire sociale krachten als bouwers van de nieuwe samenleving.
  • De op het milieu gerichte bewegingen die de ecologische vernietiging van de leefomgeving van mens, dier en vegetatie als uitvloeisel zien van het proces van kapitaal-accumulatie.

Deze subjectieve krachten, waarvan het revolutionaire potentieel zich in hun samensmelting bevindt, vormen belangrijke uitdagingen voor de dominantie van het kapitaal, vooral als ze een filosofie van bevrijding bereiken om hun strijd een richting te geven. Van wezenlijk belang is in onze optiek dat we ons op klassenstrijd oriënteren, maar zo dat er geen klasse reductionisme in de analyse van de revoltes plaatsvindt en we ons hebben te richten naar de historische conjunctuur.

Nieuwe menselijke relaties in een toekomstige communistische maatschappij waarover Marx het heeft in 1844 op grondslag van “voltooid Naturalisme=Humanisme” en “voltooid Humanisme=Naturalisme” kunnen worden bereikt wanneer we Marx’ Marxisme oppakken, ontwikkelen en concretiseren voor onze tijd als een dialectisch, kritisch concept van ” permanente revolutie.” Die creatieve dialectiek moet eerder duidelijk maken waar we voor zijn, onze positieve humanistische visie, dan het louter afwijzen van de huidige kapitalistische orde, een afwijzen dat een dialectiek “van het positieve in het negatieve” mist. In die zin wijzen we postmodernistisch denken en pragmatisme, die een verenigende filosofie verwerpen en dus de realiteit van het geglobaliseerde kapitalisme niet fundamenteel uitdagen, af.

Wij streven ernaar om deel te nemen aan alle vrijheidsbewegingen en hun organisaties. Wij verwerpen de elitaire voorhoede partijvorm van organisatie voor revolutionaire strijd of de bouw van een nieuwe samenleving. We erkennen ook dat onze comité-vorm van organisatie niet een model is voor alle bewegingen, maar eerder een vitale historische organisatievorm is die bewegingen voortdurend hebben omarmd, zoals blijkt uit de Arabische Lente en de Occupy Wall Street Beweging.

Tegelijkertijd zijn wij van mening dat de gedecentraliseerde vorm van organisatie die door revolutionaire groeperingen is aangenomen, ook door onszelf, ontoereikend is zolang deze gescheiden blijft van de dialectische filosofie zoals we deze hierboven aanduiden.

 

Tot slot nog enige informatie met betrekking tot de IMHO en Raya Dunayevskaya:

De site van de IMHO is te vinden op: https://imhojournal.org/

Het archief van Raya Dunayevskaya is te vinden op: https://rayadunayevskaya.org/

Wat Dunayevskaya haar “trilogie van de revolutie” noemde is te vinden in—”Marxism and Freedom, from 1776 until Today” (1958); “Philosophy and Revolution: From Hegel to Sartre and from Marx to Mao” (1973); en “Rosa Luxemburg, Women’s Liberation, and Marx’s Philosophy of Revolution” (1982). Heel actueel in verband met de BLM beweging is Dunayevskaya’s “American Civilization on Trial: Black Masses as Vanguard” (1983; oorspronkelijk 1963).

LEAVE A REPLY

Your email address will not be published. Required fields are marked *

0 Comments

FROM THE SAME AUTHOR